Manuele benaderingswijze

Lichamelijke problemen hebben een structurele of een functionele oorzaak. Bij een structurele oorzaak is er een defect in een onderdeel van het lichaam en deze kan wellicht door een chirurg verholpen worden (b.v. een botbreuk, peesscheur, artrose, e.d.) Bij een functionele oorzaak is de structuur van het lichaam grotendeels in tact gebleven, maar functioneren onderdelen niet goed met elkaar. Het samenspel van onderdelen of van de ’machine’ waarmee het menselijk lichaam vergeleken wordt, is als het ware ontspoord. De manueel behandelaar is er in getraind een goed functioneel lichamelijk onderzoek te doen en slaagt er vaak in de oorzaak van het euvel te vinden. (zie ook : filosofie)

Als er een blokkering in het lichaam wordt aangegeven, gaat dit meestal gepaard met verschijnselen van pijn, stijfheid, functieverlies, verhoogde spanning en (spier)verkortingen.

Doelstelling van de manuele behandeling is:
De functiestoornissen van het lichaam (restricties) op te heffen, door toepassing van specifieke manuele handgrepen, die een bijdrage leveren aan en het lichaam uitnodigen tot het herstel van die functies.

Contra-indicaties voor een manuele behandeling (therapie) zijn:
Absolute contra-indicaties (beslist nooit zonder overleg!):
- koorts; ontstekingen, meningitis
- botbreuken; fissuren en fracturen
- kwaadaardige gezwellen en uitzaaiingen
- circulatiestoornissen, aneurysma, bloeding
- botontkalking; osteoporose
- acute letsels in de schedel; CVA, acute stroke: niet in de eerste 8 weken

Relatieve contra-indicaties (alleen onder bepaalde omstandigheden):
- een te hoge actualiteit van de aandoening (b.v. door te veel pijn of zwelling)
- zwangerschap
- sterke psychische weerstanden (b.v. te veel angst)

Methode van onderzoek
Naast het afnemen van de anamnese (voorgeschiedenis / evaluatie) en observatie zal er altijd een onderzoek plaatsvinden voor elke behandeling.
Bij het onderzoek gaat het om twee mogelijkheden: het actieve en het passieve onderzoek.
Het actieve onderzoek wordt uitgevoerd door de persoon zelf, zonder hulp van de behandelaar. Bij deze vorm kan de persoon zelf aangeven wat hij kan en tot hoever de bewegingen mogelijk zijn.
Bij het passieve onderzoek wordt door de behandelaar uitgevoerd en is de persoon niet direct actief tijdens het onderzoek.
Bij de verschillende therapieën zijn verschillende onderzoeksmethoden mogelijk. In alle gevallen gaat het om inspectie, vergelijken van verschillen in het lichaam en het opzoeken van remmingen; de zgn. blokkades. Meer specifieke diagnose technieken en onderzoekmethoden zijn: verschillen in het Craniosacraal Ritme; Fasciale trek/vergelijding, de zgn. Arcing, General Listening en de Local Listening, welke uitgevoerd worden door de handen op verschillende plaatsen op het lichaam te leggen en verschillen te voelen in bewegingsuitslagen en/of drukverschillen en (fasciale) trek.

Therapeutisch handelen in de manuele benadering
De therapie van een (de)blokkering bestaat uit “manipulatie”: het doen plaatsvinden van een beweging. Uiteraard dient de uitslag van de beweging plaats te vinden binnen de speelruimte die het lichaam biedt (tussen botstukken, bij gewrichten, organen etc.).
Dit gebeurd via de manuele technieken (door te masseren, door gebruik van een lichte druk of het volgen van de trek, door het behandelen van bindweefselspanningen in het hele lichaam, door het op gang brengen van vloeistofstromen en het herstellen van bewegingsuitslagen) welke een verandering laten zien van het spanningspatroon in de spieren, de botten, de zenuwen, het Craniosacrale systeem, de organen en het (bind)weefsel.
De manipulaties kunnen bij de voorliggende therapievormen zelfs van (zeer) lichte aard zijn, soms nauwelijks merkbaar voor de persoon die het ondergaat.

Er wordt een genezingsproces in gang gezet wat gebruik maakt van het lichaamseigen correctiemechanisme. Een verbeterde functie is het gevolg. Na een geslaagde manuele behandeling behoort de eerder gevonden functiestoornis verdwenen te zijn. Aangezien er regelmatig meerdere en/of complexe blokkeringen zijn en de belangrijkste (onderliggende) sleutelblokkering soms niet direct duidelijk is, kunnen meerdere behandelingen noodzakelijk zijn. (Vergelijk het in dat geval met het pellen van een ui of bloembol)